2 Koningen 25:9
Val van Jeruzalem en Einde van het Koninkrijk
2 Koningen 25:9
En hij verbrandde het huis des HEEREN, en het huis des konings, mitsgaders alle huizen van Jeruzalem; en alle huizen der groten verbrandde hij met vuur.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
2 Koningen 25:8
Daarna in de vijfde maand, op de zevenden der maand (dit was het negentiende jaar van Nebukadnezar, den koning van Babel) kwam Nebuzaradan, de overste der trawanten, de knecht des konings van Babel, te Jeruzalem.
Volgend Vers
2 Koningen 25:10
En het ganse heir de Chaldeen, dat met den overste der trawanten was, brak de muren van Jeruzalem rondom af.